Zit mijn kind in een slaapregressie?
Tijdens een slaapregressie heeft je kindje plotseling meer moeite met het slapen dan normaal. Je kindje kan bijvoorbeeld lastig in slaap komen of wordt vaak wakker ‘s nachts, terwijl dit eerder geen probleem was.
Tijdens een slaapregressie heeft je kindje plotseling meer moeite met het slapen dan normaal. Je kindje kan bijvoorbeeld lastig in slaap komen of wordt vaak wakker ‘s nachts, terwijl dit eerder geen probleem was.
Lijkt jullie ritme opeens weg en zijn er slaapproblemen die er voorheen niet waren, mogelijk hebben jullie dan te maken met een slaapregressie. Kenmerken van een slaapregressie zijn:
Herken je een of meerdere van bovenstaande kenmerken? Dan kan het zomaar zijn dat je kindje inderdaad in een slaapregressie zit. Maar wat betekent dat nou precies? Slaapregressies komen meerdere keren voor bij baby’s en kinderen van 0 tot 2 jaar en hangen samen met de mijlpalen in de ontwikkeling van een kind. Denk hierbij aan het leren omrollen, kruipen, lopen of praten. Deze mijlpalen zorgen voor veranderingen in de hersenen en het lichaam van een kind, waardoor het tijdelijk lastiger is om in slaap te vallen en te blijven slapen. Vervelend, maar wel logisch dus.
Goed nieuws: een slaapregressie gaat vanzelf over. Meestal na een paar dagen tot weken. En dat kunnen best even pittige dagen en weken zijn. Gelukkig hoef je als ouder niet alleen toe te kijken en af te wachten tot de regressie weer voorbij is, je kunt je kindje ook helpen tijdens de slaapregressie.
Slaapregressies vinden gemiddeld rond een bepaalde leeftijd plaats, maar wanneer dit precies is, is niet voor ieder kind gelijk. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en dat is natuurlijk heel normaal en helemaal prima. Hierdoor kan jouw kindje ook op een andere leeftijd te maken krijgen met een slaapregressie. Als je kindje een goede slaapbasis heeft, dan kan je ervan uitgaan dat je kindje na de regressie het slapen weer goed oppakt. Let wel op dat je geen nieuwe gewoontes aanwent, het heeft namelijk vaak wat tijd nodig die weer af te leren.
Een van de eerste echte regressies vindt plaats rond de 4 maanden. In deze periode maken baby’s een behoorlijke ontwikkeling door: ze groeien snel, zijn zich steeds meer bewust van de wereld om zich heen en zijn bijvoorbeeld al bezig met het ontwikkelen van de motorische vaardigheid omrollen. Hoewel dit een pittige periode kan zijn als ouder en voelt als een terugval, is het belangrijk om te beseffen dat het juist een vooruitgang is.
De slaapregressie die rond de 8 maanden plaatsvindt kan een pittige zijn. In deze fase zijn kindjes druk bezig met motorische ontwikkelingen zoals staan en kruipen. Een mooie vooruitgang dus, maar wat wel tijdelijk een negatief effect op het slapen kan hebben. Zorg dat je overdag voldoende oefent met je kindje en houd je vast aan de gewone slaaproutine. Met 8 maanden komt daarnaast de verlatingsangst om de hoek kijken, wat het zelfstandig slapen soms in de weg staat.
Rond de eerste verjaardag van je kind kan er opnieuw een slaapregressie optreden. Dit keer heeft het niet alleen te maken met de motorische vaardigheden – misschien dat je kindje al druk bezig is met het oefenen van de eerste stapjes. Op deze leeftijd speelt ook de ontwikkeling van de taalvaardigheid mee. Een leuke fase, maar die tijdelijk wel weer voor wat meer slaapproblemen en slapeloze nachten kan zorgen.
Als je kindje anderhalf is, speelt ontwikkeling van taalvaardigheid een grote rol. Je kindje zal steeds meer nieuwe woorden opnoemen en misschien ook al wat woordjes achter elkaar zeggen. Daarnaast is er rond de 18 maanden een piek in de verlatingsangst. Sommige kinderen hebben erg veel moeite met naar bed gaan, zeker wanneer papa of mama de kamer verlaat. Zorg ervoor dat je veel met je kindje communiceert en laat weten dat je er bent, zonder dat je teveel de interactie opzoekt. Geef je kindje het vertrouwen dat je er bent, maar ook de kans zelf in slaap te vallen.
Ook wanneer je kindje 2 jaar is, kan er nog sprake zijn van een slaapregressie. Op deze leeftijd maakt je kindje opnieuw een grote ontwikkeling door, vaak op het gebied van taalvaardigheid. Net als bij de andere regressies geldt ook hier weer: houd je aan dezelfde ritmes en routines en wees geduldig. Extra troost bieden kan en mag, maar pas op voor nieuwe associaties.
Onthoud in ieder geval dat slaapregressies tijdelijk zijn. Ook al is het een tijdelijke achteruitgang, uiteindelijk heeft de regressie juist te maken met flink wat progressie. Het vergt wat geduld en aanpassingsvermogen, maar met liefde en ondersteuning kan je je kindje zeker helpen bij de ontwikkeling en om uiteindelijk ook weer lekker te slapen.
Heb je nog vragen over de slaapregressies of wil je de slaapproblemen van jouw kindje bespreken? Vraag een gratis kennismakingsgesprek aan, ik denk graag met je mee!
